Pestprotocol
Hierbij het pestprotocol van Schaakvereniging D.S.C.. Als vereniging willen wij onze leden en leden van bezoekende verenigingen een veilig sportklimaat bieden. Dit pestprotocol is opgesteld, omdat pesten helaas overal gebeurt. Omdat wij pestgedrag serieus nemen vinden wij het belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben.
Uiteraard is het beter om pesten te voorkomen en dat is waar wij in eerste instantie dan ook de aandacht naar uit laten gaan. Dit protocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag van leden zullen benaderen.
Wat is het verschil tussen pesten en plagen?
Iemand een flinke duw geven kan een voorbeeld van plagen zijn, maar het kan net zo goed pesten zijn. We spreken over plagen wanneer betrokkenen min of meer aan elkaar gewaagd zijn. Het gedrag nodigt uit om iets terug te doen. Het gaan dan om spelgedrag tussen personen. Er wordt door niemand een bedreiging ervaren.
Wanneer een van de betrokkenen zich bedreigd voelt of de situatie als vervelend ervaart, is er sprake van pestgedrag.
Voorbeelden van pestgedrag
Verbaal
- Vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken of uitlachen
- Anderen een bijnaam geven als rooie, dikke, dunne, flapoor etc.
- Samenspannen tegen een lid
Fysiek
- Trekken, duwen, schoppen
- Krabben, bijten, spugen en haren trekken
Intimidatie
- Iemand achterna blijven lopen of ergens opwachten
- Iemand de doorgang versperren
- Dwingen iets af te geven
Isolatie
- Iemand niet bij de groep betrekken
- Iemand niet mee laten doen
- Afpakken van spullen
- Beschadigen van spullen
Bij pesten is dus echt sprake van een bedreigend en vaak ook systematisch karakter. Het gaat om het gevoel van macht door intimidatie. Er is sprake van een duidelijke rolverdeling tussen de gepeste persoon, de pester en de meelopers.
Uitgangspunten
- Pesten wordt bij Schaakvereniging D.S.C. niet geaccepteerd.
- Als vereniging hebben we een inspanningsplicht om pestgedrag te voorkomen.
- Wanneer pestgedrag, ondanks alle inspanningen blijft optreden, voeren we ons pestprotocol uit.
Pestprotocol
Preventief
Onderling oplossenEr zal altijd geprobeerd worden het pesten onderling op te lossen.
- De lesgevers of bestuursleden grijpen in wanneer ze zien dat er gepest wordt.
- Voor de pester(s) volgt altijd een gesprek met de lesgever en/of vertrouwenscontactpersoon
- Er wordt altijd excuus aangeboden aan de gepeste
- Maakt iemand iets stuk, dan vergoed diegene de materiële schade.
Eerste escalatie
- Wordt er herhaaldelijk gepest bij de jeugd, dan neemt de lesgever en/of vertrouwenscontactpersoon contact op met de ouders indien van toepassing.
- Het voorval wordt binnen het Bestuur besproken en verdere acties worden uitgezet en vastgelegd.
Tweede escalatie
- Wanneer de pester ervoor kiest om door te gaan met pesten, dan kan de pester uitgesloten worden van trainingen, wedstrijden en/of andere clubactiviteiten.
- Er wordt door Schaakvereniging D.S.C. een administratie bijgehouden van alle pestmeldingen en/of pestgevallen
In alle gevallen vindt na 3 weken een gesprek plaats waarin wordt gekeken of de situatie is genormaliseerd.
De 10 gouden regels
Gebaseerd op het pestprotocol hanteren we de 10 gouden regels:
- Iedereen mag meedoen, we sluiten niemand buiten
- Je beoordeelt niemand op uiterlijk
- Je blijft van andermans spullen af
- Niemand wordt uitgescholden
- Niemand wordt uitgelachen
- Iedereen is ok
- Ruzie is niet normaal
- Praat erover met elkaar en het bestuur
- Meldt het wanneer een ander gepest wordt
- Melden is geen klikken!
Vertrouwenscontactpersoon
Heb je een vraag over grensoverschrijdend gedrag, of ben je bang het slachtoffer te zijn van grensoverschrijdend gedrag binnen onze schaakvereniging? Neem dan contact op met de vertrouwenscontactpersoon (VCP) van Schaakvereniging D.S.C. Deze is te bereiken via vertrouwenscontactpersoon@dscdongen.nl.
De VCP heeft een procedureel adviserende rol. Let op: de VCP is geen bestuurslid. De VCP kan samen met jou kijken welke stappen er mogelijk zijn en welke consequenties deze hebben. Opties hierbij zijn bijvoorbeeld:
- Direct persoonlijk aanspreken: de 'melder' gaat in gesprek met de 'beschuldigde' om aan te geven wat hij/zij als ongewenst heeft ervaren.
- Eventueel vindt dit gesprek plaats in het bijzijn van een onafhankelijk derde (niet de VCP)
- Het bestuur gaat in gesprek met de 'dader' om aan te geven wat de 'melder' als ongewenst ervaren heeft.
Wanneer deze opties niet werken, heeft de VCP de mogelijkheid contact op te nemen met de VCP van de schaakbond, of met de vertrouwenspersoon van de schaakbond. Daar waar de VCP slechts een procedureel adviserende rol heeft, kan de vertrouwenspersoon van de bond inhoudelijk helpen met het voorval.