Op 4 maart was het dan weer zover: we mochten weer avondcompetitie spelen! Maar was dat al niet een week eerder? Inderdaad, maar onze tegenstander had aangegeven niet met Carnaval te kunnen komen met een heel team: ik denk teveel spelers die eindelijk weer eens in het feestgedruis willen springen en wie kan ze ongelijk geven? Dus gingen we een week later dan gepland de degens kruisen met King ( C wel te verstaan).
Maar was Jan-Pieter dan niet de teamleider? Dat klopt, maar die moest een stapje terug doen, dus was mij gevraagd om het stokje over te nemen. Tuurlijk: ik heb nog wel tijd tussen 12 uur ’s nachts en 1 om van alles te regelen en een verslag te typen. Maar laat ik niet te sarcastisch worden, maar een beetje stress kwam er wel bij.
En dat werd nog wat meer zo’n uur of 2 voor de wedstrijd. Peter Stokkermans belt mij op met de mededeling: “Jan-Pieter heeft zich afgemeld, wie is zijn vervanger?” Hoezo speelt hij niet mee?! Tja, dat is ook wel mijn eigen schuld. Jan-Pieter had mij ’s morgens al gemaild met de vraag voor een vervanger te regelen. Maar aangezien ik vanaf ’s morgens 8.00 uur mijn mail niet meer had gelezen én ik nog steeds geen mobiel heb ( ja, die mensen bestaan nog en nee, ik leef niet onder een steen ߘ驠kwam dit als een donderslag bij heldere hemel.
Ik dus snel een vervanger proberen te regelen. Ivo speelt als vast mee in A, maar was al ingevallen voor B en Mark zit ergens in Curacao. Dan Ruud benaderen, maar die nam niet op. Wouter dan? Ook niet. Dan naar Maarten de Kloe. Al mee gespeeld met C, maar hij had het nummer van Xander. Die was ook niet te bereiken ( werkelijk, ik heb geen mobiel, maar mensen met een mobiel zijn ook erg moeilijk te bereiken dus….). En daar kwam de reddende engel: Thijs was te bereiken en wilde meespelen: mijn dank was groot. Echter vroeg hij nog wel voor de partij hoe het geregeld was met remise aanbieden: had hij een vooruitziende blik?
Goed, dat was de stress voor de wedstrijd, dus nu tijdens de wedstrijd zelf. Ik zat op bord 1 en kwam met zwart in een passieve stelling terecht. Na wat geruil en weinig openingen , bood mijn tegenstander remise aan. Ik maak eerst een rijtje langs de borden. Roelant op 2 kwam rustig uit de opening, had iets meer initiatief, maar de partij was zeker nog in evenwicht. Philippe op bord 3 speelde tegen Rob, de oudste zoon van Jan. In de opening had hij een pion gesnoept en ondanks dat Philippe actiever stond, stond hij hem nog steeds achter. En Thijs op bord 4 had zoals we dat gewend zijn een rustige stelling op het bord, maar ging ook een pion verliezen.
Dus moest ik doorspelen, forceerde teveel en verloor een kwaliteit. “Ik mag zeker geen remise aanbieden”: was de vraag die ik van Roelant ineens kreeg. Ik zag het schip nog verder zinken en dacht: ach, hebben we in ieder geval een halfje binnen. Ook Thijs kwam een aantal minuten later met de verheugende opmerking, dat hij het toreneindspel tot een remise had kunnen brengen: goed gedaan, Thijs.
Bij Philippe ging het langzaamaan minder totdat hij tenslotte moest capituleren. Damn, daar had ik niet op gerekend: Philippe was tenslotte de man in vorm met overwinningen op Roelant en Jan-Pieter.
Maar wat zie ik daar op mijn bord verschijnen: een val om zijn dame op te sluiten. Mijn tegenstander zag het ook, maar zag toen de matdreiging over het hoofd. Het enige wat hij nog kon doen, was de dame opofferen. Hij speelde nog wat verder, maar de buit was binnen.
Dus het was een zwaar bevochten 2-2 met, zoals ik al zei, veel stress ervoor en tijdens. De volgende keer is alweer over twee weken: we zullen zien wat het stressniveau dan weer wordt!