Op 3 mei 1924 is er voor het eerst sprake van de oprichting van een schaakclub in Dongen, waartoe enkele heren wensen over te gaan. Volgens de overlevering zijn de heren Neel van Dongen en Jozef Pandelitschka. Tijdens een partijtje huisschaak zouden zij op de illustere gedachte zijn gekomen om voor hun hobby maar en vereniging in het leven te roepen.
Daartoe wordt een vergadering belegd in het café van Ant. Snels (het Wapen van Dongen) op donderdag 8 mei. Dat is dus de geboorte van de Dongense Schaakvereniging D.S.C. De hierbij afgebeelde berichtjes uit het "Weekblad voor Dongen van resp. 3 en 10 mei, zijn de enige stille getuigen van deze oprichting.
Wie komen er op af? Met zekerheid kunnen we noemen de eerste bestuurders: ene Jos Wagener en J. Goossens. De mensen die echter uitsluitend voor het schone schaakspel acte de présence geven zijn: Neel van Dongen, Jacques Meulendijks, Jan van de Berg en C. de thije, allemaal Dongenaren die onderwijzer zijn in omliggende plaatsen, en verder kapper Jozef Pandelitschka, Janus Herrings, klerk bij de haarwasserij en Antoon Trommelen de directeur zelf. Het onderwijzersgilde, altijd sterk vertegenwoordigt in de DSC-gelederen, zorgt dus meteen voor een relatief zware bezetting!
Op de eerste clubavond (15 mei) wordt Jos Wagener met algemene stemmen tot voorzitter gekozen en een zekere B.J.J. Welting tot secretaris. Dit zijn waarschijnlijk twee heren die er als de kippen bij zijn wanneer het gaat om een leuk bestuursbaantje in een nieuwe vereniging. En die zijn er legio getuige de talloze initiatieven om te komen tot een kegelclub, een biljartclub, een kanarievereniging enz. enz.
Feit is dat men de heer Wagener kort na zijn eerste optreden ziet verdwijnen en nooit meer ziet terug keren. Valt aan het geringe aantal schakers, dat enkel geïnteresseerd is in een aardig partijtje op de donderdagavond, te weinig eer te behalen?
Het eerst volgende bericht van DSC dat kan worden getraceerd is van 15 november 1924. Daarin maakt de inmiddels voorzitter geworden B.J.J. Welting bekend dat de clubavond verzet wordt van maandag naar dinsdag, waarbij en passant wordt opgemerkt dat bij een groot aantal Dongenaren niet bekend is dat er een schaakclub bestaat in onze gemeente, er zijn slechts 8 leden!
Gezagvoerder Welting probeert dus nog even het clubje schakersnaar een hoger plan te tillen, maar als blijkt dat er vooralsnog weinig schot in zit, verlaat ook hij het strijdtoneel. Op de jaarvergadering in september 1925 blijkt dat de schakers het heft maar in eigen hand hebben genomen: waarnemend voorzitter Jacques Meulendijks wordt tot voorzitter gekozen.
DSC is nog allerminst uitgegroeid tot een hechte vereniging die niet meer stuk kan, blijkens het enige vermeldenswaardige van de jaarvergadering:
"Bij de rondvraag drukte één der leden er zijne verwondering over uit dat deze tak van sport hier ter plaatse zo weinig beoefenaars vond."