Op zaterdag 23 november mochten we aantreden tegen de koploper Kempen Combinatie. En het is voor een goede reden, dat ze bovenaan staan: met 3 man boven de 2000 en de rest alleen maar 1900 spelers zijn ze gemiddeld echt de sterkste. Chris had zich al eerder afgemeld: de kleine bleef wat langer in de buik zitten en dus moest dit weekend Joyce aan iedereen geshowd worden.
Geen probleem, want dit jaar zitten we best goed in ons jasje met spelers: Martin heeft volop keuze om op te stellen. Maar tegen deze koploper vroeg ik toch Roelant om ons te versterken en gelukkig kon hij meedoen. Hij wilde graag wit en Xander wilde eigenlijk van bord 2 af. Dus Xander naar 7 en Roelant op 2. Met Jan-Pieter op 3 konden we aardig wat punten op de eerste borden halen, dachten we, maar hoe verder naar beneden, des te groter de verschillen op papier. Maar bij onze topscoorder Maarten de Kloe kan er van alles gebeuren en met Ivo de Ligt weer in de gelederen hadden we een extra aas in onze mouwen. En waren wij niet het team, dat vorig jaar van de latere kampioen had gewonnen ? Ofwel, ze konden hun borst natmaken !
Pierre speelde op bord 5 tegen Peter Rietra. Pierre heeft dit jaar zijn draai nog niet gevonden en met zwart vreesde hij al voor een e4 opening. Maar gelukkig begon hij met d4 en kon Pierre dus zijn beruchte Stonewall neerzetten. De tegenstander was daar echt van onder de indruk en durfde niet te openen. Toen Pierre wilde gaan aanvallen op de koning, gooide Peter dat ook snel dicht. Kortom, beide doen niets meer en de vrede is een feit.
Pim op bord 4 ( zelf vond hij dat wat te hoog, maar wij schatten Pim wat hoger in đ ) kreeg een Sveshnikov tegen, waarvan hij niet de theorie kent. Zijn tegenstander David Chang nam het initiatief over en opende het centrum. Toen begon een lange afruil en door een onnauwkeurigheid van David gingen zelfs de dames van bord. In de eindstelling was er geen winnaar te zien en de tweede remise was een feit.
Als derde was Maarten de Kloe klaar op bord 6: hij speelde tegen hun sterkste tegenstander op papier waardoor het verschil in rating opliep naar 322 punten. Maar daar was in het begin weinig van te zien. Frans Wolferink kwam er met zwart maar niet uit en moest het initiatief laten aan Maarten. Die kreeg een paard en loper tegen het paardenpaar en een half open lijn naar de koning. Maarten probeerde een offer/doorbraak, maar dat lukte niet en hij verloor twee torens en een pion tegen een dame. Daarna was het zoeken naar eeuwig schaak, maar het mocht niet baten.
Jan-Pieter kreeg een opening tegen die hij wel eens zelf had voorbereid tegen Maarten: de bedoeling was om de controle over de zwarte velden te krijgen. Door een verkeerde manoeuvre van een paard kreeg wit het centrum. Echter begon de loper op g7 steeds meer mee te spelen en dit leidde tot een afruil van de dame tegen de twee torens. Die konden rustig hun gang gaan over de a-lijn en zo telkens de gehele stelling bekijken. Daar was wit niet tegenop gewassen en JP mocht een puntje achter zijn naam noteren.
En dan is het woord aan Xander. Die speelde op 7 tegen Erik v. Eindhoven. Erik speelde e3 om met f4 en een loper op b2 een mooie stelling te creëren. Xander zette daar Pf6, Lg7, d5 en c5 tegenover. Die leidde tot veel spanning en combinatiemogelijkheden op de damevleugel. Echter hadden beide spelers de plannen van de ander door en toen die potdicht kwam te zitten, kon Xander over de e-lijn een batterij van zware stukken de witte stelling binnen krijgen. Na een kwaliteitsoffer kwam er een vrijpion te staan, wat echt teveel was voor Erik en Xander behaalde een prachtige overwinning.
Daarna was het de beurt aan die andere Maarten. Die kreeg Pf3 als eerste zet tegen, dus die had ook voldoende tijd om een mooie stelling op te zetten. Ik speelde vrij snel mijn loper naar g7 en toen wit met b3 kwam, gaf dit lange tijd druk op de damevleugel. Wat combinatiewerk kwam erin, maar wit doorzag alles en kwam door wat onnauwkeurige zetten van mijn kant tot een gelijke stellig, maar had wel minder tijd. Ik kon toch weer druk gaan zetten en dit leidde ertoe, dat ik twee pionnen voorsprong kon krijgen in een toreneindspel, maar makkelijk was het nog zeker niet. Echter op zet 37 ging hij door zijn vlag en was het punt voor DSC binnen. Dus stonden we 4-2 voor tegen de koploper: wat een verrassing!
Ivo de Ligt speelde na lange tijd weer eens mee en haalde de Engelse opening uit de mottenballen. Hij ging met b4 iets wat te voortvarend aan de slag en verloor een kwaliteit. Maar daar laat Ivo het zeker niet bij zitten en vecht zicht terug en komt met actief spel in een toreneindspel met maar een pion achter. Het remiseaanbod wordt afgeslagen en Ivo moet vechten voor wat hij waard is. Helaas maakt hij ver in het eindspel een blunder: dat is jammer, maar hij heeft een mooi debuut gemaakt.
En tenslotte onze supersub op bord 2. Roelant kreeg een gesloten Siciliaans op het bord zoals hij eigenlijk gespeeld moet worden: zwart valt de damevleugel aan en wit de koningsvleugel. Paul van Zon krijgt als eerst de bibbers en gaat verdedigen. Roelant krijgt het initiatief en is de gehele tijd druk aan het zetten. TotdatâŠ.Roelant ineens de speelruimte uit komt en roept: âNee, geef ik toch een stuk weg !!â Gelukkig bleek het mee te vallen, behield hij aanval en won het stuk terug. Twee dames blijven over en Roelant heeft een mooie pion die bijna aan de overkant is. Echter dreigt de tegenstander naar binnen te komen en dat met een 4-3 stand? Met âIk kon het risico niet nemen!â besluit Roelant tot eeuwig schaak en dus is een overwinning tegen de koploper een feit: wow, wat een vechtwedstrijd was het weer!
Na vier wedstrijden mogen wij met recht trots op onszelf zijn: we hebben twee keer gewonnen en als 16œ bordpunt bij elkaar geschaakt. Maar vooral ook goed tegenstand gegeven en gevochten voor wat we waard zijn. Op naar de volgende!