Delft, voor mij toch een soort thuiswedstrijd. De stad van mijn middelbare school, waar ik tegelijkertijd jarenlang geschaakt heb. Dat betekende dan ook dat ik bij DSC een hoop bekenden tegenkwam. Dat ik voor DSC 1 speel schiep her en der wat verwarring in Delft, maar ze begrepen wel dat ik aan de goede kant van de rivier was gaan wonen. De oud voorzitten probeerde me meteen weer te strikken voor de bovensloters, door aan te geven dat een uur reistijd prima te doen was om weer voor Delft uit te komen. De reünie werd kortgezegd zo gezellig dat Ivo zich al afvroeg of ik was overgelopen. Dat heb ik met de score maar even rechtgezet, maar daar later meer over.
De reis was lang, en ik had Maarten al gewaarschuwd dat die bovensloters flink leeglopen op de parkeerkosten daar. Delft dicht het gat in de begroting (van een bijna failliete gemeente) door €3 per uur te rekenen voor het parkeren, maar in de economie zeggen we niet voor niets: De kost gaat voor de baat uit.
De Corona-checkapps werden bij binnenkort zorgvuldig gecontroleerd (mondkapjes daarentegen wat minder secuur), en zo waren we er allemaal klaar voor om te beginnen. De Delftenaren waren zo attent geweest om ons dicht bij de bar te zetten, waarschijnlijk omdat ze wel aan konden voelen dat er bij ons meer gezelligheid in het team zit.
De klokken werden ingedrukt, en de wedstrijden begonnen. Dat de beste DSC moge winnen!
Dat ik met a3 begin zal voor jullie geen verrassing zijn, maar mijn tegenstander had moeite om het serieus te nemen. Daar kreeg hij later wel wat spijt van. Dergelijk openingsrepertoire begint echter anderen ook te inspireren, want onder andere bij Maarten de Kloe zag ik ook een constructie met a6, b5 en Lb7 op het bord verschijnen.
Dergelijke structuren waren natuurlijk ook bij mij op het bord te vinden, en na 18 zetten was de eerste pionwinst binnen. Dame-activiteit van mij leidde tot twee mooie verbonden vrijpionnen op de damevleugel. Daarmee had het genoeg moeten zijn, maar ik dacht een winnende combinatie te zien. Defensief was mijn tegenstander echter behoorlijk sterk, waardoor hij zich flink terug wist te vechten. Door een verkeerd ingeschat offer verloor hij de partij, maar bijna tot het einde (half 6) bleef het spannend of hij geen remisekansen had. De twijfel bij Ivo over mijn loyaliteit was daarmee gelukkig weer verdwenen.
Maarten v.d. Burght:
Ik kreeg b3 tegen: wat een begin ! Ik begon met een Tarrasch-opstelling, maar dat was meteen de laatste keer: ik kwam niet goed uit de opening. Gelukkig speelde mijn tegenstander niet de scherpste voortzetting en kwam ik langzaam in mijn spel. Mijn stukken kregen steeds meer ruimte en ik mocht met een dameoffer op g2 afronden: daar schaak je voor !
Mark Maas:
Na de gebruikelijke d4 zet speelde zwart pf6. Meestal geven met die zet aan om een actieve verdediging te gaan spelen. Maar na de pionnen zetten e6,d5 en c6 kwam er een verkapte Slavisch op het bord, en met dame Da5 werd het uit eindelijk een variant van Cambrigde spring defence op het bord. Na een misstap van mijn tegenstander liet hij een breek-zet toe. Met als gevolg dat ik een vrijpion kreeg. Daarna afruilen tot er alleen nog zware stukken op het bord stonden. Dit Bleek in mijn voordeel te werken en kon ik mijn vrijpion bijna verzilveren.hij gaf net voor het promoveren op.
Ivo de Ligt
Op bord 5 mag ik aantreden tegen een Scandinavische verdediging en dan merk je dat er weinig speelritme is sinds Corona. Ik heb zeker 2 jaar geen Scandinavisch tegen gekregen.
Ik moest dus achter het bord diep graven in mijn geheugen. Hij moest dat ook al weer? Ik kom er solide uit. Geen zwaktes, maar zoals met het Scandinavisch vaker is, ook weinig aanvalskansen. Ik speel F4 op met het idee om het centrum open te breken. De zwarte koning staat nog steeds in het midden van het bord en doordat zwart een extra pion op B2 heeft gesnoept, loopt de ontwikkeling van zwart wat achter.
Ik denk dat ik langzaam aan iets beter kwam te staan, maar beide spelers hebben veel tijd gebruikt. Er moeten nog 15 zetten gedaan worden met anderhalve minuut voor zwart en 5 voor wit op de klok. We hebben dan al 4 punten gehaald en een remise zou winst betekenen voor DSC 1. Maar ja, een remise aanbod moet je overleggen met de teamleider en die zag ik niet. Mark heeft Maarten erbij gehaald en de remise werd opgetekend.
Pierre Mulders:
Met een Franse verdediging kwam het allemaal wat stroef op het bord te staan. Wit kreeg ruimte op de koningsvleugel, met bijbehorende aanval. Pierre pakte het centrum als compensatie, en dat hield de boel in balans. Wit miste de moeilijk te vinden aanvalszetten, waardoor zwart rustig af kon ruilen en door kon stoten met de centrumpionnen. In een toreneindspel kreeg Pierre een mooie pion op e2, die wit niet adequaat verdedigde. Door een tussenschaakje te geven ging er een toren verloren, en had Pierre de partij die beide kanten op had kunnen gaan, de goede kant op laten gaan.
De totaalopbrengst mag er ook wezen, want met overtuigend resultaat hebben we de punten mee naar huis genomen! Daarmee was de reis (en de investering) het meer dan waard 😉.
DSC4 |
1565 |
- |
DSC Dongen 1 |
1779 |
2 - 6 |
|
1 |
Alexander Bruschke |
1779 |
- |
Jan-Pieter de Vries |
1919 |
0 - 1 |
2 |
Michael Stoops |
1600 |
- |
Maarten van der Burght |
2133 |
0 - 1 |
3 |
Ahmad Diab Diaz |
- |
- |
Mark Maas |
1853 |
0 - 1 |
4 |
René Poots |
1555 |
- |
Philippe Blankert |
1909 |
1 - 0 |
5 |
Arzhang Davazdahemami |
1484 |
- |
Ivo de Ligt |
1670 |
½-½ |
6 |
Sumit Ganguly |
1570 |
- |
Pierre Mulders |
1624 |
0 - 1 |
7 |
Shiraz Alhasan |
1405 |
- |
Xander Mahieu |
1608 |
½-½ |
8 |
Shyam Balasubramanian |
1563 |
- |
Maarten de Kloe |
1515 |
0 - 1 |